De koningin van Vorsten
Als je opgroeit naast Paleis Soestdijk, is besmet zijn met het royaltyvirus niet zo verwonderlijk. Justine Marcella voelt zich in koninklijke kringen dan ook als een vis in het water. Ze maakte 12 jaar tv-reportages over koningshuizen en inmiddels is ze alweer acht jaar de flamboyante hoofdredacteur van Vorsten. Haar motto: ‘de royals dichtbij brengen’. Daarvoor schuwt ze geen platform. Elke vier weken ligt er een prachtig nieuw nummer van het magazine, ze maakt met evenveel liefde specials en het afgelopen jaar heeft ze met een kleine redactie wonderen verricht en vol ingezet op podcasts, vodcasts, social media. Samen met de redactie werkte ze aan een uiterst succesvolle social-mediastrategie en daarmee is inmiddels zelfs een hele jonge, nieuwe doelgroep bereikt. In juli verscheen een langgekoesterde wens van Justine, een Máxima-special, met een uitgebreid onderzoek naar wat Nederland vindt van de koningin. Justine genereerde veel media-aandacht, ook op tv. Als koningshuisdeskundige is ze sowieso een frequente gast bij radio en tv en sinds deze zomer is ze een vaste expert bij RTL Boulevard.
Voor roddels moet je niet bij Justine zijn, wél als je het werkelijke nieuws uit koninklijke kringen wilt horen. Ze reist veel mee en weet de royals te strikken voor onder andere de podcasts die ze zelf maakt en monteert. Justine borrelt van de grote en kleine ideeën, zoals een koninklijk kleurboek, de Vorsten-kalender of de eerste postzegel van de koning met baard. Lezers waarderen Vorsten met een 8,5 en commercieel gaat het ook voor de wind, met een stijging in de losse verkoop van 8%, nieuwe abonnees-index 108 en met een mooie marge op de productie, ondanks dat ze de kwaliteitslat zeer hoog legt. De jury onderstreept dat: ”Justine is het gezicht van Vorsten. Het koningshuis is een lastig onderwerp, maar dat tackelt ze op journalistieke wijze, ze is echt kritisch en bevlogen. Met een kleine redactie en met minimale middelen zet ze een prachtige performance neer. De Mercur-nominatie is de kroon op haar werk.”